donderdag 20 augustus 2015

De jackpot

(Ja hoor, Windows 10 gedownload en nu kan ik geen foto's meer plaatsen. Dan alleen maar tekst vandaag.)


Het is net of ik de jackpot heb gewonnen. Afgelopen woensdag werden mij de sleutels overhandigd van mijn nieuwe definitieve woning. Ik ben gelijk doorgereisd naar het stadhuis om de verhuizing door te geven. En de SVB op de hoogte gesteld. Vandaag heb ik Waternet en Ziggo in orde gemaakt.
De buurman kwam kennismaken. Hij heeft zijn eigen huis gebouwd.  'Als je wat nodig hebt moet je het maar zeggen', zei hij.

Vandaag nam ik Blanche mee. Ze heeft het hele huis besnuffeld en goedgekeurd. Het interieur ziet er netjes uit maar ik vrees dat ik de 4 meter hoge muren wel over moet schilderen. Die zijn nu grijs en rood en ik wil alles wit. En wit laminaat op de vloer net als in de waterwoning

Gisteren vroeg de buurvrouw of ik met haar mee wilde naar haar neef. Die was zijn huis aan het ontruimen en wie weet, zaten er nog spullen bij die ik kon gebruiken.
Score: een prachtige bank, vitrinekast, veel lampen, twee ventilatoren, een bed met matras plus beddengoed zo goed als nieuw, een dekenkist uit Indonesië, spiegels, twee kledingkasten en ornamenten. Ik vergeet waarschijnlijk nog wat. En die spullen worden ook nog eens morgen gebracht.

Ik plaats gelijk een oproep. De neef zoekt een baan als ICT-er of automonteur. Het zou fijn zijn als ik, als tegenprestatie, hem blij kon maken met een baan. En een woning. Of een oppashuis. Het hoeft niet perse in Amsterdam te zijn.

En tenslotte kregen we ook nog een heerlijk maaltje van de buren: heerlijk gekruid gehaktbrood met aardappeltjes en groente. Hans blijft voorlopig op de IJburglaan wonen om zijn spullen uit te sorteren. Hij wil een student of zelfs meerdere op kamers nemen. Nou ja, we zien wel. Hij is nu blijven steken in oude papieren namelijk een raadselachtige correspondentie van onbekenden. Een 55-jarige man die schrijft: 'We worden nu wel oud dus veel tijd hebben we niet meer.'  Kortom, Hans is de komende maanden nog zoet met zijn archief.

zondag 16 augustus 2015

Mijn zondagse preek

Wat zei je? Mijn moeder is een hoer?

 Als je met mensen praat die in hun jeugd niets anders gehoord hebben dan dat ze waardeloos zijn, overbodig, nutteloos. Met jou wordt het nooit iets, dat soort opmerkingen. Die zeggen stuk voor stuk: 'Ik had liever een schop gehad. Dat was duidelijker geweest.' En, je had terug kunnen schoppen.
Of kinderen die op de basisschool alleen mijn zijn uitgescholden op het schoolplein. "Schelden doet geen pijn', werd er gezegd. Waarom voel het kind zich dan zo rot?

Daar moest ik aan denken toen ik het komkommernieuws las over die etter van Powned die Marokkaanse jongeren ging jennen en toen bijna een pak slaag kreeg. Met het schelden had niemand moeite, maar o wee als je zei: 'Ik had wel graag gezien dat iemand een stomp op dat domme smoelwerk had gegeven. En dat die dan halfblind naar zijn bril ging zoeken en om zijn moeder riep.' Je krijgt bijna heel Facebook over je heen. Je mag nooit! iemand slaan of schoppen, is de gereformeerde boodschap. Terwijl dat juist zo bevrijdend kan zijn.

Het is net zoiets als vloeken. Daarvan is het nut bewezen; het verlaagt de stress en ontspant. Je kunt natuurlijk streven naar gesproken taal met uitsluitend nette woorden en er zelfs een Bond voor oprichten en posters aan de muur hangen met de tekst: Wees geen papagaai.
We zijn godverdomme allemaal papagaaien. Hoe denk je dat wij praten hebben geleerd, stelletje oelewappers. Jezus, moet ik dan alles uitleggen!
 

vrijdag 14 augustus 2015

Nostalgie

Toen was het leven nog zwart-wit


Stel dat er in 1956 al internet was geweest. Facebook, blogs en een digitale camera. 'Mam, mag ik op Facebook?' 'Nee, daar ben je nog veel te jong voor.' 'Maar al mijn vriendinnetjes zitten er op.' 'Wat moet je nou op Facebook?' 'Ik heb een heel mooi verhaal over de kolenboer geschreven en foto's gemaakt van zijn zwarte voetstappen.' 'Ach kind, volgende maand wil je weer iets anders. Weet je wat, neem de kolenkit en vul hem op het balkon. Dan doe je tenminste nog wat nuttigs.' Ik stampvoetend: 'Jij begrijpt er helemaal niets van.'

Ik had in ieder geval een antwoord geweten op de vraag: Wat wil jij later worden? Een blogger, natuurlijk.

donderdag 13 augustus 2015

Lekker lezen

Ik lees nu drie boeken tegelijk. Nou ja, een hoofdstuk van het ene daarna wat pagina's van het andere. De autobiografie van C.G. Jung, de popbiografie over Keith Richards en de autobiografie van Neal Cassady. De boeken beschrijven drie verschillende tijdperken waarvan ik er één zelf heb meegemaakt.


Het verrassendst zijn vaak de boeken die je per toeval tegenkomt. Bij Bagels & Beans liggen stapels boeken die je mag lenen. Ik was nieuwsgierig naar de autobiografie van Neal Cassady. Je weet wel, de geestverwant van Jack Kerouac. Nog niet zo lang geleden zag ik een documentaire over de weduwe van Cassidy. Een pittige dame die vertelde dat Neal een goede man was maar ja, drugs en pillen veranderden hem in een onverantwoordelijke kleuter. Hij verwaarloosde vrouw en kinderen. 
 
carolyncassady
Neal en Jack

 

Ik had altijd het idee dat Kerouac en vrienden nogal overschat waren. Jack zat toch het liefst veilig bij zijn moeder. Maar Neal Cassady kan geweldig schrijven. Zeer beeldend. Hij is geboren in 1926 en op 6-jarige leeftijd woonde hij met zijn alcoholische vader in opvanghuizen. Neal sr. was een zachtaardige man maar kon niet van de fles afblijven. De jonge Neal smeekte vaak genoeg: 'Pa, drink alsjeblieft niet meer.' De oude beloofde beterschap om een uur later weer een slijterij in te schieten. 'Drink dan tenminste minder', zei de jongen dan. Dat lukte pas toen zijn lever naar de klote was. Na een shotje was hij al buiten westen. Neal Cassidy groeide dus op op straat. Hij ging weleens bij zijn moeder langs die samenwoonde met de volwassen halfbroers van Neal. Wrede, agressieve jongens die graag dieren martelden voordat ze ze doodden en er niet voor terugdeinsden de alcoholische vader in elkaar te slaan en trappen tot hij niet meer bewoog.

Amerika in crisistijd betekende veel alcoholisten zowel mannen als vrouwen. Neal kon alleen maar dromen als hij één keer in de week de bioscoop bezocht en naar westerns keek. Het theatertje stond in een achterbuurt en binnen hing zo'n smerige lucht dat men kokhalzend naar het scherm keek.

- Ik herinner me maar een fractie van de vele componenten waaruit de Grote Stank was samengesteld en kan me de herkomst niet helemaal voorstellen; van de met vuil geïmpregneerde vloer rees een vreemde muskusgeur op alsof er gierputten onder schuilgingen. De lucht werd van de ene onaanraakbare muur naar de andere weerkaatst en walmde ongehinderd over de verlaagde balustrade van het balkon.-.

Neal Cassidy over zijn vader:
_ Omdat hij willoos aan zijn gebrek was overgeleverd, kon hij geen eisen stellen en was hij blind voor de fouten van anderen. Die nederige houding, voortvloeiend uit zijn overdreven zelfverachting, blijkt uit het feit dat ik hem nooit anders dan in lovende bewoordingen over mijn broers heb horen praten, hoewel zij hem met wrede en brute arrogantie afranselden en beschimpten-

Timothy Leary en Neal Cassady (mr. Speed Limit) tijdens de Magic Tour. Geen verantwoordelijkheid, geen schuldgevoel. Zo kan ik het ook .De vrouwen bleven thuis om de kinderen op te voeden.
 

donderdag 6 augustus 2015

Een aanbod dat ik niet kan weigeren

Edmond Halleystraat

Mijn droom in Portugal te gaan wonen heb ik even op een laag pitje gezet. Ik stuitte vooral op praktische bezwaren; Hans kan niet scheiden van zijn spullen. En ik wil niet leven met kamers vol waardevolle bezittingen die alleen ruimte innemen maar waar niets mee gebeurd.

Het grootste probleem is de hoge huur van deze waterwoning. Hij is ingericht met fornuis en koelkast en daar betaal je elke maand huur over. Ik heb geen zin om Woningbouw Vereniging Eigen Haard rijk te maken. Het is ook doodzonde van Hans' kapitaal waar hij 35 jaar voor gezwoegd heeft.
Ik ben al jaren op zoek naar een sociale huurwoning. Meestal is het aanbod agge nebbisje ruimtes van 32 vierkante meter waarbij vermeld staat: gehorige woning. Als ik dan bij de buren 10 kratten pils op het balkon zie staan, dan weet ik het wel.

Eigenlijk had ik de moed al opgegeven. Tot ik twee weken geleden een benedenwoning in de aanbieding zag op IJburg. Hier 5 minuten vandaan. Hij zit op een hoek en heeft een eigen ingang. Ernaast is een trappenhuis voor de andere bewoners. Dat heeft als gevolg dat mijn woning 4 meter hoog is. Hij bestaat uit twee kamers. Een slaapkamer en een woonkamer met keuken. En een enorme badkamer. Plus een geweldige bergruimte, ook 4 meter hoog waar ik gelijk een inloopkast visualiseerde. Er zit geen tuin bij, wel een kleine buitenruimte van twee tegels breed die grenst aan een afgesloten binnentuin.

Eergisteren was het kijkdag en het voelde gelijk goed. Er kwam nog één andere kandidaat opdagen. Ik was nummer 3 dus het spande erom. Gisteren kreeg ik bericht dat ik nummer 1 sta. Volgende week het papierwerk inleveren en dan heb ik mijn eigen ruimte.

Hans weet nog niet wat hij gaat doen. Misschien iets kopen in de buurt. Ik hoop het maar want dat zou perfect zijn. Hij had het erover een student in huis te nemen want diep in zijn hart is hij graag huisbaas. Nou ja, we zien wel.

Nu eerst de papieren in orde maken, de sleutel ophalen en dan de 4 meter hoge muren schilderen.  

maandag 3 augustus 2015

Herinneringen aan mijn vader



Ik ging gisteravond in bed liggen na een feestelijke dag. Ik sloot mijn ogen en spontaan kwam er een herinnering naar boven uit 1959.

Een glashelder beeld. Ik zie mijzelf als 9-jarige in het logeerkamertje van de buren. Ik huil. Het is vrijdagavond en mijn moeder is hoogzwanger in het ziekenhuis opgenomen. Mijn vader zou dat weekeinde naar Rome vliegen voor zijn werk. Mijn drie zusjes en ik waren zo lang onder gebracht bij buren of vriendinnetjes. In je jeugd duren de dagen eindeloos en kabbelen rustig voort. Je denkt dat alles zo zal blijven. De beelden die eruit springen zijn meestal van ongebruikelijke gebeurtenissen.

Zodra de dagelijkse routine verbroken werd, was ik van slag. Een autistisch trekje, zou je dat nu noemen. Ik wist dat mijn moeder zwanger was en toch kwam het als een shock dat ze verdween en mijn wereld overhoop lag. Ik was uit mijn veilige huis geplukt en lag in een onbekende omgeving. De mensen bij wie ik logeerde stonden niet bekend om hun hartelijkheid. Het was een Indisch stel met één zoon. Ik ging er vaak televisie kijken maar kreeg nooit iets te drinken of te eten. De man en de vrouw dronken koffie uit één emaillen kroes die ze deelden. Op de vloer lag linoleum, de bank was bedekt met een plastic hoes. De buurman die technisch tekenaar was, had op de muur hardboard bevestigd en daarop een tropisch landschap geschilderd met flamingo's. Verder stond er alleen een formica eettafel in de kamer.

De buren wisten niet wat ze met een huilend meisje  aan moeten en riepen mijn vader, die thuis aan het inpakken was. Ik denk niet dat hij mij getroost heeft.

"Ach, lieve schat, waarom moet je zo huilen? Mama ligt in het ziekenhuis en dadelijk heb je een nieuw zusje of broertje erbij. Ze komt echt wel terug. Ik ga morgen voor het eerst in een vliegtuig en ik beloof je dat ik een mooi cadeau uit Rome voor je mee zal nemen. '

Ik snikkend: 'Maar, maar, maar, ik kan niet slapen. Ik wil naar huis.' 'Weet je wat, denk aan iets leuks. De zomervakantie in Zeeland. Weet je nog dat we elke dag naar het strand gingen. Mama had zo'n mooi strandpakje voor je gemaakt met een wikkelrokje. Je was er zo blij mee dat je het elke dag aantrok. Denk maar aan het zand en de zee. Goed?'
Ik knik, nog nasnikkend. 'Maandag ben ik weer thuis en dan gaan we met z'n allen naar mama. Zo erg is het hier toch niet. Even volhouden, lieve schat.'

Nee, zo zal het niet gegaan zijn.

'Waarom huil je nou? Je bent hier een half uurtje en je hebt al heimwee. Kom op, niet zo aanstellen.' Hij liet me ongetwijfeld achter met een diep gevoel van schaamte. Wat was ik toch kinderachtig.


1992

Mijn moeder belde. Het ging toch weer slechter met mijn vader. De kanker had zich nu in zijn hele lichaam verspreid. 'Hoe lang heeft hij nog te leven?', vroeg ik.
'De dokter zegt dat het geen kwestie van weken is', zei ze. Een kwestie van dagen dus. 'Ik kom morgen langs', zei ik en dacht: dan ben ik ervan af.

Mijn moeder zei voordat ik naar boven ging: 'Niet schrikken, hoor. Hij is erg vermagerd.' Ik stapte de slaapkamer in en daar lag een hele oude man, Magere Hein. Natuurlijk schrok ik. Ik kon alleen maar huilen en pakte zijn hand: 'Papa, papa, papa, hoe kan dat nou.' Hij was nog heel helder, alleen draaiden zijn ogen steeds weg. Hij wees naar zijn mond die uitgedroogd was. Ik gaf hem het natte washandje dat op het nachtkastje lag. Dat drukte hij tegen zijn mond. 'Heb je pijn?', vroeg ik. 'Een beetje', zei hij. 'Ik hou heel veel van je', zei ik. 'Ik hou ook van jou', antwoordde hij. Het klonk als een automatisme.
Ik bleef slechts even bij hem omdat de tranen bleven rollen. Het was te pijnlijk om hem zo hulpeloos te zien. Als een vis op het droge. Mijn moeder was heel rustig en troostte me.
In de trein naar huis huilde ik zonder geluid. Telkens zag ik zijn gezicht voor me. Dat was het dan, het einde van zijn leven.