donderdag 31 maart 2016

Analyses, analyses, analyses


Molenbeek, daar kun je je als terrorist makkelijk verbergen

Deze vreemde tijden vragen om goede analyses. Na de aanslagen in Parijs en Brussel hoor je voortdurend: we laten ons niet door angst leiden. Waarom niet? Angst is een nuttige emotie. Gisteren opende Hanneke Groenteman het programma De Wereld Draait Door met het Manifest. Kort samen gevat: laten wij alle vluchtelingen met open armen ontvangen en ons niet door angst laten leiden. Ik ging gelijk op zoek naar mijn Gebroken Geweertje dat ergens in een doos ligt. Want WOII wordt er altijd bijgehaald met name het verschrikkelijke lot van de Joden. Het is appels en peren vergelijken. En dacht aan de uitspraak van Charlton Heston: Political correctness is tyranny with manners. Natuurlijk, een engerd die van wapens houdt maar wel een goede uitspraak.
Bovendien lees ik alle artikelen van deskundigen zoals Arnold Karskens, Arthur van Amerongen en Afshin Elian. Dat zijn mensen die niet in de grachtengordel wonen, maar weten we ze het over hebben. Van Amerongen heeft jaren in Molenbeek gewoond en allang gewaarschuwd voor de toestanden daar in zijn boek Eurabia. Elian is uit Iran gevlucht. En Karskens zit regelmatig in oorlogsgebieden.
Sylvain Ephimenco geeft, godzijdank, een uitstekende analyse over het Manifest. Angst + Verstand.

MANIFEST Sylvain Ephimenco

 Het Manifest vóór de vluchtelingen, dat door Denker des Vaderlands Marli Huijer mede is opgesteld en dat door 182 hoogleraren en een handvol BN'ers is ondertekend, kreeg gisteren niet al te veel aandacht in de media. Wel mocht het stuk zich op talrijke reacties verheugen op de site van Trouw. Ik nam gisteren de tijd om iedere lezersbevinding tot mij te nemen. Frappant was de bijna unanieme gedachte achter de respons: van de 132 reacties (tot 15.00 uur) waren er maar acht positief. De rest kon verdeeld worden tussen gematigd en zeer negatief, tot zelfs woedend. Nu kun je altijd de stem des 'lezersvolks' in diskrediet brengen, zoals een collega van mij ook deed tijdens de Fortuyn-revolte.

Maar of dit volstaat? Hoe luidden vervolgens de kwalificaties die de reageerders gebruikten om het manifest en zijn ondertekenaars te typeren? Binnen enkele minuten stond mijn oogst op 'wereldvreemd', 'neerbuigend', 'elitair', 'de kloof vergrotend', 'niet kritisch', 'polariserend', 'tweedeling bevestigend', 'hoogmoedig'. Toen besloot ik met turven op te houden. Grof samengevat wordt de hoogleraren verweten vanuit hun bevoorrechte positie een idealistische visie te ontrollen die niet strookt met de realiteit. Ik kan me de teleurstelling van de ondertekenaars voorstellen, als ze deze reacties hebben doorgenomen: je loopt over van de goede bedoelingen en je wordt ervan beschuldigd de buitenwereld vanuit je luxe villa of appartement te aanschouwen. Wellicht was de timing van de hoogleraren en Huijer, om de asielmigranten bijna onvoorwaardelijk in Europa welkom te heten, niet de juiste. De talrijke incidenten met homo's, vrouwen of christenen in azc's hebben twijfels gezaaid.

Vooral over het vermogen van asielmigranten om zich aan de open cultuur en tolerantie te conformeren die het manifest juist als argument vóór gastvrijheid gebruikt. Wat heb je aan een beroep op Europese waarden als deze niet door de ontvangers worden erkend? Dat volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau de toestroom van asielmigranten voor grote zorgen en polarisatie zorgt bij Nederlanders maakt de zaak niet eenvoudiger. Ook het feit dat de laatste tijd in Nederland een flink deel van die vluchtelingen Albanezen zijn met economische motieven, zorgt voor verwarring. Enfin, onze hoogleraren kunnen zich niet meer op Angela Merkel beroepen, de moeder aller vluchtelingen. Het is juist deze bondskanselier die de motor is geweest achter het pact met de duivel, de Turkse president Erdogan. Sinds de ondertekening ervan worden asielmigranten in detentiecentra opgesloten en droogt de asielstroom op.

In het Manifest stond iets over de 'angst' die Europa in zijn greep heeft en een 'slechte raadgever' zou zijn. Het deed me denken aan de dag dat ik als kind gebiologeerd naar een bosbrand stond te kijken. Prachtig vond ik al die kleuren. Toen het vuur dichtbij kwam en de hitte voelbaar werd, smolt ik van angst en rende weg. Die dag is mijn angst onmiskenbaar een goede raadgever geweest.

zondag 27 maart 2016

Leve vroeger


donderdag 24 maart 2016

Cruyff is God


Het is pas maart maar we hebben het al wel voor onze kiezen gekregen. Ik zag net een filmpje uit Brussel, waar bloemen en teksten op straat zijn neergelegd om de slachtoffers van de terroristische aanvallen te herdenken. Een vrouw met een hoofddoekje bedekt de Israëlische vlag met de Palestijnse. Putain de merde! Nu even niet, trut. Die lui begrijpen er ook niets van. Het enige dat ze kunnen is zich wentelen in het slachtofferschap. Het leven in West-Europa wordt steeds onaangenamer. Met dank aan de islam. Ik heb geen zin meer in nuances. Zelfs Jezus heeft er genoeg van zijn andere wang toe te keren.



Ik herinner me een ' vakantie' in Kreta. Het was 1974. We waren er met de Magic Bus heengereden. Daarover alleen kan ik een boek schrijven. Magic Bus= volkswagen busje zonder enig comfort. Daarna namen we de boot van Athene naar Kreta. Daar kan ik ook een boek over schrijven. We logeerden in de plaatselijke jeugdherberg en kwamen op het onzalige idee naar het volgende dorp te lopen. Met wat Amerikanen en Duitsers die we daar hadden leren kennen. Het was een barre tocht over kiezels en ruw terrein. Het was net de maan. Onze Amerikaanse reisgenoot kreunde alleen maar: ' Fucking Solzjenitsyn.' We waren beland in de Goelag Archipel. Het was ijskoud en er woei een Siberische wind. Het was maart, net als nu. Uiteindelijk zagen we wat lemen hutjes. De kinderen die er woonden kwamen nieuwsgierig naar buiten met vragende ogen. 'Hollandia', zeiden wij, ' Cruyff.' Hun ogen straalden en ze sprongen van opwinding op en neer: ' ' 'Cruyff, Cruyff! ' Er moest zich ergens in dit godverlaten gat een televisietoestel bevinden. Iedereen kende en aanbad Cruyff. Iedereen!

zaterdag 19 maart 2016

Eendenemotie




Is het al komkommertijd? Gisteren zag ik een item in het Journaal over een eend die zich in een plantenbak op een balkon had genesteld. De bewoner, een oude man van mijn leeftijd, was ontroerd. Hij beweerde dat hij een speciale band met de eend had. Tranen in zijn ogen kreeg hij.

Als je eenmaal op Steigereiland hebt gewoond, weet je alles van eenden. Hoe vaak hebben wij niet kuikens moeten bevrijden die op 1-hoog geboren waren. Of vast kwamen te zitten onder een rooster. Hun wanhopige gepiep ging door merg en been. Of moedereend kwam trots langs met 6 pulletjes. De volgende dag had ze er nog 2. Wij in de rouw, mevrouw Eend was al vergeten hoeveel ze er ook alweer had.
Vanmiddag ging ik wandelen met buuf A. En hondje C. Komen we op de terugweg Lulu tegen. De eigenzinnige moeder van alle eenden. Christine Le Duc, noemt buuf A. haar. Ze liep met haar vrijer gewoon over de rijweg, ze kent geen gevaar. En dan zie je toch dat mannetjes misschien het sterke geslacht zijn. Maar volkomen overgeleverd aan de grillen van, in dit geval, Christine Le Duc. Vooral als het lente wordt.

zaterdag 5 maart 2016

Hondenkoppen



Ik liet Blanche uit op het dichtst bijzijnde grasveldje. Kwam er een dame aan die Blanche wilde aaien. Blanche trok haar gebruikelijke duivelse bekkie en probeerde de vrouw te bijten. Wat Blanche niet wist, was dat ze te maken had met Conny, de mobiele hondenkapper. En hondengedragstherapeut. Mag ik even?, vroeg Conny. Ga je gang. Ze greep Blanche in haar nekvel en legde haar op haar rug. Blanche hysterisch gillen alsof ze levend gevild werd. Wachten tot ze kalmeert, zei Conny. Na verloop van tijd gaf Blanche de strijd op. Ze probeerde Conny nog te bijten maar die stak haar vuist uit. Telkens als Blanche haar overdreven gedrag wilde voortzetten, greep Conny in. Uiteindelijk likte Blanche de hand van de hondentrimster. Ik bedankte Conny voor deze gratis les en liep naar huis. Blanche was helemaal beduusd. Wie was dat? Wat gebeurde er? Het was eng en ergens ook lekker, zag ik haar denken

Vandaag ben ik aan de slag gegaan met het tekenen van hondenkoppen. Nadat ik Blanche' portret op Facebook had gezet, stroomden de aanvragen binnen. Ik moet zeggen, het komt me niet aanwaaien. Boris stond bovenaan de lijst. Moeilijk, een zwarte hond tekenen met zwarte ogen. Hier poging 1. (ik moet het altijd tussendoor laten zien). Morgen gaan we weer verder.


 

donderdag 3 maart 2016

Wim Noordhoek over Den Haag


vlnr: Wim de Bie, Wim Noordhoek en nog een Hagenees

Wim Noordhoek schreef een boek over zijn Haagse jeugdjaren. In gesprek met toenmalige buurjongen Wim de Bie gaat het over trams, duinen, de vloedlijn en oneindigheid. Over hoe Haags je kunt zijn.

Wim Noordhoek schreef Muzenstraat en andere Haagse verhalen, met Haagse tekeningen van Marcel van Eeden. Zowel in de verhalen als in de tekeningen spelen trams een grote rol. Reden waarom de presentatie van het met zorg vormgegeven boek – de inhoudsopgave oogt als een tramroute – plaatsvond in een rijdende Haagse tram. In pcc-car 1022 om precies te zijn, de in 1952 ongehoord moderne ‘Amerikaanse’ tram waaraan Wim Noordhoek (1943) en toenmalige buurjongen Wim de Bie (1939) zich hadden vergaapt op het Savornin Lohmanplein.

Tijdens de rit vanuit het Haags Trammuseum langs plaatsen die in het boek voorkomen, Kijkduin, de wijk rond Meer en Bos, Statenkwartier, nam De Bie, die opgroeide in datzelfde deel van Den Haag, het eerste exemplaar in ontvangst. Voorafgaand aan de feestelijke boekpresentatie vragen we schrijver/radiomaker Wim Noordhoek – co-auteur Marcel van Eeden is voor een expositie in het buitenland – om aan de hand van een fictieve tramrit-terug-in-de-tijd meer te vertellen over invloed en betekenis van zijn Haagse jeugdjaren.

Lijn 2
Noordhoek: ‘Als kind had ik twee mogelijkheden om in gedachten weg te vluchten: de radio en de tram. De radio was “de wereld” en met de tram ging je “naar de stad”. Zo noemden alle bewoners van onze buitenwijk dat: naar de stad gaan.’ Radio- en televisiemaker/schrijver Wim de Bie: ‘Ja, wij kenden elkaar toen niet, maar ik woonde een straat verder dan jij en dat was de rand van de stad. Het einde van de Laan van Meerdervoort, “de langste laan van Europa” werd daar altijd bij vermeld, daar hield Den Haag echt op.’
Noordhoek: ‘En de stad was iets geheimzinnigs. Ik ging met mijn moeder twee keer per jaar: een broek kopen voor de zomer en een broek kopen voor de winter. Bij Peek & Cloppenburg.’
De Bie: ‘De tram reed niet verder, bij ons was het eindpunt van lijn 2. En beginpunt, waardoor er iets magisch plaatsvond: wat eerst de voorkant van de tramwagen was, veranderde in de achterkant. En de zitrichting transformeerde compleet, daar ging het om.’
Noordhoek: ‘De conducteur kon met een zwiep aan de koperen handgrepen alle banken de andere kant op zetten, je hoorde beng, beng, beng. Dan liep de bestuurder van achteren naar voren en stelde de stuurhendel aan die kant in gebruik.’
De Bie: ‘Met je vriendjes stond je urenlang te kijken. Het waren speciale trams, de Ombouwers. Het zal filosofisch te duiden zijn, en dat doen we nu niet, maar een eindpunt dat beginpunt wordt, stoelen en banken 180 graden gedraaid: het is een mooie gebeurtenis.’
 
 
 


Lijn 7 en lijn 14
Noordhoek: ‘Er was nog een andere eindhalte in de wijk. Op een kaal zandlandje, eind Savornin Lohmanplein, eindigden twee trams, lijn 7 en lijn 14. Op een dag verscheen daar de nieuwe tram, die opzien baarde in heel Den Haag. De pcc-car, een Amerikaans ontwerp.’
De Bie: ‘Ik moet de eerste proefrit in 1949 gezien hebben, op de Laan van Meerdervoort. Daar vormden zich opstootjes bij elke halte, zo bijzonder was die tram. Begrijpelijk, hij is nog steeds bijzonder, een spacecar!’
Noordhoek: ‘Een raket, een ruimtevaartuig! Met de vering van een Pontiac of Cadillac. Veel passagiers werden misselijk, ik ook hoor. Dat ding deinde over de rails. Later is die vering bijgesteld.’
De Bie: ‘Je was gewend aan trams uit 1920. Met houtwerk, koper, conducteurs. Dit waren strakke eenmanswagens, heel erg Amerikaans en nieuw. Den Haag is helemaal overgegaan op pcc-cars, tot 1993 hebben er honderden gereden. Voor mij het symbool voor een veranderende wereld, de nieuwe tijd die aanbreekt.’
Noordhoek: ‘Als kind zag ik de tram als vluchtmiddel. Ik voelde overal gevaar loeren, was altijd bezig met vluchtroutes. Dat zit ook in deze verhalen, een merkwaardige dreiging. Nu weet ik: het was bij mij thuis niet veilig. Mijn vader keerde uit Indië terug met een ongelooflijk slecht humeur. Ik was als de dood voor die man. Als ik uit school kwam vroeg ik in de keuken aan mijn moeder is ie thuis? Bij bevestiging ging ik snel de straat op. Ik wilde al vroeg maar één ding: weg uit Den Haag. Moest eerst het gymnasium afmaken, wat met veel onvoldoendes en buitensporig veel bijlessen zowaar in zes jaar lukte. Toen meteen op mijn achttiende naar Amsterdam verhuisd en heel lang, wel dertig jaar, nooit meer terug gegaan. Ik had er echt schrik van.’

Kijkduin
Noordhoek: ‘Door mijn vriendschap met de schrijver Willem Brakman, Hagenaar bij uitstek, durfde ik langzaam aan weer in de stad te komen. Reden we op ns-fietsen richting Nieboerweg, zijn vroegere buurtje, hij woonde zelf inmiddels in Boekelo. Brakman heeft veel geschreven over zijn jaren in Duindorp, à la Proust. Willems idee was dat hij zijn jeugd, zijn verhaal, zelf moest maken. Niet reconstrueren, maar herscheppen. Brakman bepaalde hoe het verleden geweest was. En dat heb ik met dit boekje ook geprobeerd. Je leert wat je kunt gebruiken en wat niet. Al schrijvende kom je erachter wat je verhaal is. Of wat jij wilt dat het is. Mijn vader was een verschrikking, dus laat ik in het eerste verhaal mijn moeder van Kijkduin over de Sportlaan komen fietsen op weg naar haar verloofde. Dat fietsen, die wind en dat Kijkduin. Ze weet het nog niet, maar de oorlog nadert. De tankgracht van de Atlantikwall zal gegraven worden, langs de Sportlaan, dwars door het kaalgeslagen Sperrgebiet tussen Den Haag en het ontvolkte Scheveningen. Alle vier mijn grootouders zullen in 1942 moeten verhuizen.’
De Bie: ‘De geheimzinnigheid van de Atlantikwall, de bunkers in de duinen. Wij hebben toch vooral gezien wat er van overbleef. Nog niet zo lang geleden zijn we gezamenlijk in een bunker ondergronds gegaan. Veel duinbunkers worden hersteld, het zijn unieke bouwwerken. Duinen en trams, het is zó Haags.’