zondag 30 juli 2017

Fragment of een smakelijk verhaal voor de zondagochtend

Ik vond wel wat illustraties bij dit verhaal maar die bespaar ik u.

Er was een nieuwe patiënt gearriveerd in het ziekenzaaltje. Een grote, onverzorgde man met het IQ van een 4- jarige, Joop. Tijdens de warme maaltijd zat hij met smaak te eten. Het karbonaadje hield hij in zijn hand en met zijn arm schermde hij zijn bord af. De simpele ziel met het waterhoofd cirkelde als een roofvogel om de tafel, loerend op voedsel dat hij van je bord weggriste als je even niet oplette. Het was zoals gewoonlijk het gemengde gezelschap van Downers, dementerenden, psychoten, schizofrenen en wat al niet. Er was geen onderling contact. Het personeel hield het gesprek gaande en assisteerde de hulpelozen bij het snijden van het vlees. Om Joop hing de zure lucht van een dakloze die al weken buiten heeft geslapen. Hij sprak niet maar gromde, tevreden sabbelend aan het vlees.


De volgende dag verscheen er, tijdens de koffiepauze, een kordate dame met een soort dokterskoffertje. Ze liep op Joop af en plantte hem op een stoel. Daarna pakte ze een krukje waarop ze zijn voeten plaatste. De andere patiënten schaarden zich nieuwsgierig rond het tafereeltje. De pedicure, want dat was ze, ontdeed Joop van zijn schoenen en sokken. Zij had natuurlijk veel vaker met dit soort gevallen te maken gehad. Het publiek, waaronder ik, stond met verbijstering te kijken naar de vieze voeten die tevoorschijn kwamen. Het meest afstotende waren de teennagels, zo lang niet geknipt dat ze als krullen langs zijn tenen lagen.

 De onverstoorbare pedicure zocht in haar koffertje naar het juiste instrument. Een klein elektrisch cirkelzaagje dat moeiteloos de nagels afsneed en de voeten ietwat normaliseerde. Ze had voor elk voetprobleem een apart apparaatje, eelt werd geschuurd, eksterogen verwijderd terwijl Joop de behandeling met een gelukzalige glimlach onderging. Voor de vaste bewoners was het ziekenzaaltje meer een spa of kuuroord met persoonlijke begeleiding. Een welverdiende afleiding van het leven in barakken en slaapzalen.

donderdag 20 juli 2017

Gorilla's

Ik begeef me alleen op Facebook met een plaatje van een gorilla. Omdat wij zo op ze lijken. Maar vooral omdat ze zo blij zijn met kleine dingen: een blaadje sla, een worteltje, een stukje paprika.





woensdag 19 juli 2017

Zelfdiscipline






Twee weken geleden werd er een longontsteking bij me vastgesteld. Ik was een week hondsberoerd. Na een anti-biotica kuurtje knap ik langzaam op. Ik heb van de nood een deugd gemaakt en ben aan een lang termijn project begonnen. Waar ik elke dag plichtsgetrouw aan werk. Dat is alvast één stap in de goede richting. Zelfdiscipline.
Tot dan toe schreef ik alleen voor de lol. Verhalen die mij aangereikt werden. Dit is andere koek. Tien procent inspiratie, 90 % transpiratie.

Ik herinner me dat Henk een boek aan het schrijven was, elke dag zoveel woorden, en dan zei: 'Ik heb vandaag weer gewerkt.' Dat vond ik zo overdreven. Schrijven is toch geen werken.

Daar ben ik van teruggekomen. Het is peuteren aan wonden, het woord moet synchroon lopen aan het gevoel. Het is een zoektocht naar de waarheid. Die achteraf misschien net zo onleesbaar is als de gebruiksaanwijzingen voor een wiel. Voor hetzelfde geld verdwijnt al mijn gezwoeg in de versnipperaar. Of zoals sommige mensen fijntjes uitleggen: 'Wist je dat 50 % van de bevolking schrijft.' En, dus, wat? Een vrouw zei eens tegen mij: 'Schrijf jij? Heb je dan zoveel meegemaakt?'
Schrijven doe je zwijgend, teruggetrokken in je hol. Als een zwangere ijsbeer. En maar hopen dat je met een levend jong naar buiten komt.

Zoals Sjakie Schram altijd zei: 'Nooit geschoten, is altijd mis.



dinsdag 11 juli 2017

Kranige Kaatje

Vorige week kwam ik de buurvrouw tegen. ' Ik kom net van de huisarts', zei ik. ' Zit je ook bij Kaatje?', vroeg ze. 'Uiteraard, Kaatje, superdoc. Als je bij haar langs gaat, treedt ze meteen in actie. Terwijl die andere, die slijmerd, altijd zegt : en hoe denk je dat ik je kan helpen? Weet ik veel, jij bent de dokter. Kaatje is top.' Buuf had exact dezelfde ervaring. Omdat ik me maar doodziek bleef voelen, leek het me toch verstandig om de dokter te bellen. Ik kon gelijk langskomen. Kaatje's assistente onderzocht me, een prettige jonge meid. Ze vermoedde een longontsteking. Jeetje. Met wat bloed kunnen ze dat binnen 10 minuten vaststellen. 'O nee', dacht ik, zo'n vingerprik is zo gemeen.' Ik zette me schrap toen de naald eraan kwam. En voelde niets. Dat is tegenwoordig zo verfijnd. Wat een vooruitgang. Het slechte nieuws is dat ik wel een longontsteking heb. Met een anti-bioticakuurtje moet ik daar binnen een week vanaf zijn. Nu weet ik tenminste waarom ik me zo ellendig voel. Het is ook wel even schrikken.

dinsdag 4 juli 2017

Dagje strand




maandag 3 juli 2017

Something completely different


Voor mij Radio Oranje


Eigenlijk wilde ik, toen ik een jaar 16 was, disc-jockey worden. Plaatjes draaien op de radio. Ik volgde de muziek op de voet, voor zover dat mogelijk was in de jaren 60, en luisterde uitsluitend naar radio Caroline en radio London. Ik hield een spreekbeurt op school over R&B oftewel soul.

Laatst las ik in de biografie van Keith Richards, dat hij bevriend raakte met Mick Jagger omdat die onder zijn arm een lp had van Lee Dorsey. Zo herken je een soulmate. Die twee waren ook grote fans van die oude bluesknakkers. Op hun nieuwste plaat zijn ze teruggekeerd naar hun eerste liefde. Zo gaat dat. Je dwaalt het pad af en toch ga je uiteindelijk weer terug naar de bron.



Ik zag net een zwaar getatoeëerde jongen die sinds kort gelukkig was met vrouw en kind. ' Die tegeltjes die mijn oma in huis had hangen vond ik zo duf. Maar al die cliché's zijn waar.' maar dit terzijde. Je begrijpt wat ik bedoel.

Dj Tony Blackburn, mijn favoriet



Toen ik de kans kreeg om in 2007 een oude dj van radio Caroline te interviewen kon ik niet wachten. Mijn helden, die als eerste de nieuwe Jimi Hendrix, Beatles en Stones, de hele Motown stal binnen kregen. En de artiesten ook nog persoonlijk kenden ook. Mijn gedroomde baan.

De dj's nu. Forever young? Helaas


De man was Australiër en als jongetje een radio-studio binnengelopen waar hij het vak geleerd. Spraakles en alles. Een eigen programma. Later was hij naar Engeland gereisd en was tenslotte terecht gekomen bij radio Caroline. Ik wist geen spannende verhalen uit hem te peuteren. Zijn smaak was easy-listening en middle of the road. James Overlast, zeg maar.
Hij woonde nu al jaren in Amsterdam. Het eerste wat me opviel toen hij me binnenliet in zijn huis, was het ongelofelijke tuttige, interieur. De man was vriendelijk, een 70-er op sloffen.
Kijk', zei hij terwijl hij een foto tevoorschijn haalde,' dit ben ik achter de microfoon.' 'Is het goed dat ik er een foto van maak. Leuk als illustratie bij het verhaal.' Natuurlijk. Ik zoemde in en zag dat op het prikbord voor de dj-tafel een foto was opgehangen van een bloot onderlijf van een jonge man met een enorme erectie. De oude dj zag het ook. 'O jee', zei hij. 'No worries', zei ik, ' die photoshoppen we wel weg.'

Wat zou jij doen?






Mijn God, het lijkt wel of ik een onoplosbare puzzel in mijn schoot geworpen heb gekregen. Mensen redden. Wanneer geef je het op?

Toen ik afgelopen week een paar keer bij JS was langs geweest, voelde ik me zo gedeprimeerd. Wij zouden naar mijn huis rijden. Ik mag al blij zijn als hij om 14.00 uur zijn bed uit is. Het ontbijt dat ik voor hem had klaar gemaakt stond om 17.00 uur nog onaangeroerd.

Een oude vriendin van mij is onlangs verhuisd naar een seniorenwoning in het Flevohuis. Ze woonde prachtig aan de Amstel maar kon geen trappen meer lopen. Ze is dolblij met haar flat, grote ramen met uitzicht over heel Amsterdam.
Zoiets zou JS moeten hebben, dacht ik. Hij zei dat zijn geld bijna op is. Ik heb er geen cent van gezien. Ik kan hem wel door elkaar rammelen, wat een stomme idioot.

Toen herinnerde ik dat vriend I.T. allerlei contacten heeft bij huisvesting en zorg. Hij had JS' belastingen al gedaan wat JS 900 euro opleverde. Ik heb I.T gebeld. Hij gaat me helpen met het vinden van een woning voor JS, liefst met een zorgcentrum. Ik heb hem ingeschreven bij Woningnet. Woensdag bespreek ik met de huisarts zijn medische dossier. En dan gaat I.T. aan de slag.

Ik vertelde ons plan aan J.S.  Reactie: 'Maar heb ik dan wel ruimte voor mijn spullen?'
Het is net of je tegen een junk zegt: En nu ga je naar rehab. De junk: mag ik dan wel mijn heroine meenemen.

Hopeloos geval.  Geef het toch op, zeg ik tegen mezelf, het had zo mooi kunnen zijn. Geef het in godsnaam op.

Ik sta op instorten en toch kan ik niet iemand laten verdrinken. Ook geen tegenstribbelende drenkeling.