zondag 19 februari 2012

De opvoeding van Bob


Het voordeel van katten is dat ze nooit op hun eigen gaan wonen

De opvoeding van een kat is een stuk eenvoudiger dan die van een kind. Bob jengelt niet, hij huilt niet als hij zijn zin niet krijgt. Hij staart mij alleen maar zielig aan. En dat houdt hij heel lang vol.
Ik ben zelf van de richting: eten wat de pot schaft en pas als je bord leeg is, krijg je verse brokjes of vlees. Denk aan al die hongerige katten in Afrika. Mijn huisgenoot had de gewoonte Bob, zodra hij piepte, te voorzien van alles dat hij lekker vindt. Melk (dat is voor kittens, zeg ik) en de 'jus' of gelei van het natte voer. Bob werd een papkindje dat te lui was om te kauwen.

Ik heb het regime veranderd. Ik geef hem een heel klein beetje, als dat op is, en dat duurt soms een hele dag, krijgt hij meer. Het grootste probleem is om HS op één lijn te krijgen. Mijn nieuwe aanpak begint vruchten af te werpen.. Bob springt in de keuken op de pooltafel zodat hij oog in oog met ons zit. Je zou bijna medelijden met hem krijgen.Ik negeer Bob's verwijtende blik. Soms trekt hij HS aan zijn shirtje. Die trapt er ook niet meer in. Hij aait hem over zijn bolletje of borstelt hem met een speciaal borsteltje dat hij voor Bob gereserveerd heeft. Maar hij gaat gelukkig niet over tot het opentrekken van een blikje. Als Bob zou kunnen praten zou hij zeggen:'Ik heb trek in iets lekkers.'
Bob zit nu met lange tanden op taaie brokken te kauwen. En eet zowaar het hele bordje leeg. Ik prijs hem en geef hem 5 verse brokjes waar hij er 2 van eet. Daarna krabt hij de bank, de leren stoelen en het Perzisch tapijt aan flarden. Dat is poezentaal voor: 'Ik wil naar buiten.' Nu de sneeuw verdwenen is maakt hij weer zijn dagelijkse ronde over Steigereiland en doet zijn behoefte lekker in de open lucht.
Het is zo eenvoudig, opvoeden is consequent zijn. Met een kat lukt me dat. Kinderen zouden HS en ik genadeloos tegen elkaar uitspelen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten