zaterdag 4 juli 2015

Gebakken lucht




Ik las dat medicinale wiet ook verlichting geeft bij mijn aandoening TS. Ik had weleens White Widow gerookt van de coffeeshop aan de overkant, Nogal Wiedes. Dat was van dat spul waarvan je je afvroeg: voel ik nou wat of ben ik alleen duizelig van de tabak?

Gisteren trok ik de stoute schoenen aan en reisde naar de Dappermarkt. Op de hoek zit coffeeshop Happy People. 'Wat voor soorten hebben jullie?', vroeg ik aan de dame. Zij zat achter een loket. Het is nog gemakkelijker en meer privé dan een postkantoor. Bestaan die eigenlijk nog wel?
'White Widow', begon ze. 'Nee, geen gebakken lucht. Ik wil een fijne high zonder knock-out te gaan'. Ik ken het jargon. Er stak een Indische man zijn hoofd om de hoek van de deur. Naast hem stond een klein meisje dat zei: 'Opa, wanneer gaan we nou naar de speeltuin?' 'We gaan zo, schat, Eerst wat boodschappen doen.' Hij duwde een tientje in mijn hand en zei: 'Zou jij voor 7 euro aan gruis willen halen.' 'Het gruis is op", riep de vrouw. 'Dan maar iets anders voor 7 euro. Sorry, ik heb de kleine bij me.'

De vrouw raadde mij een soort wiet aan waarvan ik de naam ben vergeten. 'Doe ook nog maar een joint', zei ik. 'De super of de gewone?' Dat moest ik even afwegen. Als die gewone net zo slap is als die White Widow. 'Doe de super maar', zei ik. 'Die rook ik zelf ook'', zei ze,' hij is lekker pittig.' Lekker pittig, precies wat ik zoek.

Nu hebben wiet en hash twee grote nadelen. Je wordt er paranoïde van en je krijgt een onstuitbare trek in Marsen en Nutsen of spekkies. Altijd zorgen dat je een goede maaltijd hebt genuttigd en verder geen junkfood in huis halen. Mijn regel was altijd: niet voor 22.30 uur blowen. Dat werd 22.00 uur. En gisteren dacht ik, kan mij het bommen. Het was 21.30 uur. Vier trekjes genomen en PAF. Daar was die pittige high. Geweldige gedachten welden in me op. Ik keek naar een Deense serie over een schooljuf en was ervan overtuigd dat ze een dubbelrol speelde. Haar collega leek sprekend op haar, alleen een ander kapsel en een bril. Telkens als ze in beeld kwamen vergeleek ik de kleur van hun ogen, blauw. Hun volle mond, hun neus. Identiek. Was ik de enige die dit doorhad?

Daarna viel het me op dat Bob op een doordringende manier naar me keek. Ook Blanche had een gemeen trekje om haar mond. Zouden ze samenspannen en mij aanvallen?  Had ik nog iets lekkers in huis? Nee, zelfs geen jampot die leeg kon lepelen. Gelukkig. Heel wankel liep ik naar beneden en poetste grondig mijn tanden. Dat schijnt ook te helpen tegen lekkere trek. Hans lag al in bed. Hij hield een verhandeling over het schoonmaken van de magnetron. Hij wijdde er een half uur over uit. Schuursponsjes en zacht materiaal kwamen ter sprake. En hoe andere mensen, deskundigen bovendien, dat volkomen verkeerd zagen.

Mijn gedachten schreven ondertussen een boek. Het verhaal sprong van de hak op de tak. Dat zou ik morgen wel corrigeren en in banen leiden. Hans: 'Luister je nou?' 'Ja.' 'Wat zei ik dan?' 'Dat je die schuursponsjes best voor het schoonmaken van de magnetron kunt gebruiken.' 'Precies, en dan proberen anderen mij te vertellen dat je krassen krijgt. En die hebben er zogenaamd verstand van.' Hans pruttelde nog een tijdje verontwaardigd door.
Hoe kwam ik toch op al die creatieve zinnen? Ik wilde ze niet briljant noemen maar het scheelde niet veel. Veelzijdig, vol plotwendingen die niemand zou zien aankomen. 

Vanochtend kon ik me uiteraard niets meer herinneren behalve dan die magnetron-verhandeling van Hans. Bestond er maar een apparaatje dat je gedachten omzet in schrift. Dan zou ik nu al 10 romans op mijn naam hebben staan. En uitgenodigd worden als Zomergast. Maar niet heus.
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten