vrijdag 27 oktober 2017

Ondertussen in het tehuis

Ik stond met een bewoner in de lift. Het was sprekend De Vieze Man. Terwijl hij aan zijn shaggie likte bleef hij me maar aanstaren. Ik was blij toen hij op zijn bestemming was aangekomen. De begane grond waar ze nu zelfs in de hal roken. De meest gehoorde kreet is: 'Waar is mijn aansteker.'
Hans verontwaardigd: 'Ze vragen mij om een aansteker.' Nou ja.



Hans' kamergenoot is vertrokken. De man lag totaal in de kreukels en bewoog in een soort harnas. Als hij ' snachts hulp nodig had, knipten de verpleegsters het zaallicht aan. Zit je net in je r.e.m. slaap, schijnt iemand een koplamp in je gezicht. Zo worden in China gevangenen gemarteld.

Hans had kennis gemaakt met een nieuweling. Hij mist een been maar is helder in het hoofd.
Toen ik koffie ging halen herkende ik hem aan zijn lege broekspijp. Hij begroette me vriendelijk. Een verademing want de meesten vertoeven in de twilight zone.
Een oude vrouw in een rolstoel riep met een bibberig stemmetje:' Ik wil naar huis.'


(Dat deed me denken aan mijn oma. Zij werd op 73-jarige leeftijd opgenomen. Ik was 9 jaar en mijn ouders namen ons mee voor een bezoek. Oma klampte zich aan mijn vader vast en smeekte:' Neem me mee naar huis.' Tegenover haar lag een Indische dame die steeds dezelfde roep herhaalde: ' Het plafond komt naar beneden. Het plafond komt naar beneden.'
Later legde mijn moeder uit dat ze in een jappenkamp had gezeten.)

' U gaat niet meer naar huis' , zei een vrouw die naast haar zat, ' u kunt niet meer voor uzelf zorgen.'. Daarop begon de verwarde vrouw met beide handen op de tafel te slaan terwijl ze zong: En datte we toffe jongens zijn.
Terug in Hans' kamer vertelde ik het voorval. ' O, die noemen we de mattenklopper', zei hij laconiek.
Hans heeft trouwens een fantastisch uitzicht over de hele stad.



En dan was jij James Stewart en ik Grace Kelly

Ik moet vaak lachen om Hans zijn gemopper. Zijn zus vertelde me dat toen hij en zijn tweelingbroer jong waren, ze altijd klaagden dat de aardappels niet gaar waren. Vaste prik.
Als ik kook zegt hij soms ook: 'Volgens mij zijn de aardappels niet lang genoeg gekookt.'
Ik: 'Ze zijn juist perfect. Beetgaar. Je moet ze niet tot moes koken.'
Gisteren zei hij: 'Die kool die ze hier koken komt mijn neus uit.'.
Ik: 'Wat voor kool? Oostblokkool?'
' Nee, boerenkool maar heel vies. Het lijkt wel drie keer opgewarmd. En de aardappels zijn niet gaar. Waarom kopen ze geen krieltjes. Die zijn toch het hele jaar verkrijgbaar? Krieltjes?'
Ik: 'Geven ze je wel een stuk rookworst?'
Hans: 'Nee, draadjesvlees. Soms maken ze een salade zonder olie of azijn.'
Ik: 'Hè bah, wat droog. Weet je wat, ik koop een olie en azijn stelletje voor je.'


En zo strompelen we door. De blinde helpt de lamme.



 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten