zaterdag 14 maart 2015

Peuters op IJburg



Ik ben altijd gefascineerd door kleine kinderen die op 3-jarige leeftijd het concept van het leven al door lijken te hebben. Ze staan volkomen zelfverzekerd in de wereld, je hoeft ze niets meer te vertellen, ze weten alles al. Ze praten in hoofd- en bijzinnen en corrigeren jou en mij. In werkelijkheid hebben ze geen benul van de nuances van het leven.
Toch weet een 3-jarige precies wat ze moet doen als ze voor de gein met haar moeder in zo'n pasfotohokje stapt; gekke bekken trekken.


 

Gisteren liep ik langs vier van die kleintjes, drie meisjes en één jongetje, die op straat aan het hinkelen waren. De bijdehandste probeerde het principe uit te leggen. Ze was net prinses Wilhelmina. Die had vroeger alleen poppen om te commanderen: 'Gij zult mij gehoorzamen', zei ze als 4-jarige.
Het overheersende typje bepaalde wie er aan de beurt was. Op de stoep stonden hokjes getekend met nummers erin. Wilhelmina deed voor hoe je hinkelt. 'Heb je het gezien?', vroeg ze aan het kleinere meisje, 'nou mag jij.' De peuter sprong in het wilde weg en riep: 'Ik mag het nog een keer over doen want ik deed het niet goed.' 'Niets daarvan', bepaalde Wilhelmina, 'nou mag hij.' Het jongetje deed maar wat, hij had geen enkel besef van het spelelement. 


Wilhelmina, eenzaam maar niet alleen. Zo treurig enig kind met oude ouders.
 

Je kon aan die Wilhelmina nu al zien wat een vervelende volwassene ze later zou worden. Zo iemand die in gezelschap altijd het hoogste woord heeft. Iedereen slaakt een zucht van opluchting als ze zegt: 'Helaas, pindakaas, ik ben moe, ik ga naar bed.'
De twee andere meisjes probeerden het ouwelijke kind wat te temperen maar die had daar geen boodschap aan. Kutkind, met haar pijpekrullen.
De moeder zat op een stoel in de deuropening, verdiept in haar modeblaadje, blij dat de kinderen zichzelf bezig hielden. De maatschappij in het klein.

Laatst was ik in café Vrijburcht. Het was zondagmiddag en het stikte er van de jonge ouders en kinderen. 'Ik krijg het er benauwd van', zei ik tegen mijn wandelmaatje, 'ze zouden een plek moeten creëren zonder kinderen.' Duizend pubers, duizend dertigers of duizend bejaarden, te veel van één generatie roept agressie op, denk ik

Ik las een citaat van de Ouderenpartij: 'Jongeren zijn de ouderen van de toekomst.' Ik zie wat anders als ik naar die tienduizenden kinderen hier op IJburg kijk. De bevoorrechte generatie, geen garantie voor geluk. Toekomstige ministers, zakenlui, politici, ondernemers en een enkeling met een eigen kledinglijn. De vuilnismannen van de toekomst wonen in een ander stadsdeel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten