dinsdag 3 januari 2017

Trots en seniorenkorting

Wijnhandel in de Beethovenstraat


Ik moest gisteren bij de tandarts wezen. Dat is tegenwoordig een uitje voor me. Ze zit op de Stadionweg in een oud, gezellig pand dat bestaat uit kleine kamertjes en een piepkleine wachtkamer met veel fijne tijdschriften. Er ligt een tapijt op de grond en alleen de behandelkamers zijn wit en steriel. Verder heerst er een gezellige bedrijvigheid, de receptioniste dolt met een patiënt. In een zijkamertje hebben de assistentes de slappe lach. Het publiek is ook zeer gemengd. Gisteren schuifelde er een oud Joods mannetje de hal in. Een uitstervend ras, zou je bijna zeggen.


Groenteboer: 1 komkommer, 10 euro


Mijn vriend Henk, die in die buurt is opgegroeid, vertelde mij verhalen van rijke dames in bontmantels, die in de Beethovenstraat hun hand opstaken als de tram er aan kwam. Die uiteraard voor hen stopte. Henk moest als bakkersknecht gebakjes naar de welgestelden brengen. 'Dank je, jongeman. Hier heb je een stuiver.'
De buurt heeft een veelbewogen geschiedenis. Henk heeft me een keer langs alle plekken geleid waar nazinesten zaten. Ook bij hem op de hoek zat een café met brallerige, foute figuren die aan Henk's moeder vroegen: 'Sind Sie eine Jüdin?' Zijn moeder had het uiterlijk van een zigeunerin en werd vaak aangezien voor Joodse. Henk's vader was bakker, een onmisbare positie in de maatschappij, die moffen wilden wel lekker eten. Heere Heeresma heeft een indrukwekkend en ontroerend portret geschilderd van die omgeving tijdens WOII: Plan Zuid. Zonder zijn gebruikelijke cynisme.


Vandaag de dag is de Stadionweg uitgestorven. Je ziet er nauwelijks een mens. Terwijl er in de Beethovenstraat volop leven is. De terrassen zitten altijd vol, de leerlingen van de Gerrit van der Veenschool halen er hun broodjes. Er zit zelfs een Blokker. Je ziet nog veel kledingzaakjes met peperdure Beethovenstraatkleding. Hoe die overleven, weet ik niet. En natuurlijk het tabakszaakje met beneden nog een ouderwetse rookruimte waar heren zittend in lederen fauteuils aan hun sigaartje trekken. Zal binnenkort wel verboden worden.






Kortom, een totaal andere wereld dan IJburg.
Voordat ik de deur uitging, had ik een blik in de spiegel geworpen. Dit keer was ik niet ontevreden. Mijn haar zat goed, zeer belangrijk. De ogen had ik ietwat aangezet, of zoals Maude dat noemt: 'Ik heb mijn gezicht opgezet.' En de lippen juist bleek gehouden. Skinny jeans met mijn nieuwe laarsjes, mijn lichtblauwe wintelmantel met een fijne wollen das om mijn nek gewikkeld. Ik trok mijn schouders naar achteren, vooral niet gebogen lopen, en zette er kwiek de pas in.
In tram 26 hadden ze mijn favoriete stoelen weggehaald en er staanplaatsen van gemaakt.
Ik bofte want bij het CS wachtte tram 16 op me. Ik trok een sprintje en mengde me tussen de enorme toeristenmassa die op weg was naar de Heineken Experience. Dat werd weer ongemakkelijk hangen aan een paal. 'Mevrouw, wilt u zitten?, vroeg een jonge vrouw. Moi? Nee, dank je wel, zei ik bijna lacherig. Zie ik er soms uit of ik 80 ben?

Helemaal fout. Natuurlijk had ik Ja moeten zeggen. Ik moet leren mijn leeftijd in mijn voordeel te gebruiken. Wat kan mij het schelen hoe oud ze me inschatten. Slik die trots in en accepteer elke zitplaats en seniorenkorting.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten