vrijdag 30 september 2011

De Grote Stad



HK en ik zaten eindelijk weer eens op een terrasje. Na het regenseizoen is de welverdiende nazomer aangebroken. HK vertelde de laatste roddels over ons oude buurtje, het is net een dorp, bij mooi weer zitten de mannen buiten. Ze keuren alle vrouwen die langs lopen. En praten ook nergens anders over. ´Ik drink weleens een glaasje met ze maar ik voel me een konijn tussen de hanen en de kippen. En het is allemaal kissie kissie.´ Daarmee bedoelt HK dat die lui elke vrouw die zo gek is om voor een praatje te stoppen, overladen met drie zoenen. Ter verwelkoming, bij afscheid, twee minuten later als ze elkaar bij AH tegenkomen. Wat ben ik blij dat ik daar weg ben.

We zaten dus op een terrasje. Links kwam een spastische man aanlopen. Zijn mond trok vier richtingen op, af en toe kwam zijn tong tevoorschijn. Hij zigzagde als een dronkeman op een tafeltje af. `Jij krijgt niet meer, jij hebt al genoeg gehad´, zei ik. ´Niet spotten!´, waarschuwde HK en we klopten het allebei af op het onbeschilderde hout van ons tafeltje. Rechts zat een oud dametje. Ze was volkomen laveloos. Voor haar stond een schaaltje handgemaakte patat met zelfgemaakte mayonaise, een specialiteit van het café. Dat zie je niet vaak, alcoholisten die eten. De vrouw bewoog in slow-motion. In haar ene hand een patatje dat ze heel langzaam in de mayo doopte, in de andere hand een filtersigaret die ze bij haar mond probeerde te brengen. Ik kijk helemaal niet op deze mensen neer want voor hetzelfde geld was ik in die positie terecht gekomen.

De spastische man had appeltaart met slagroom besteld. Het kostte hem moeite die op te eten omdat zijn hoofd zich telkens afwendde van het taartvorkje. De oude dame deed ontzettend haar best normaal te functioneren, ze zocht met één arm de mouw van haar regenjas die over de stoelleuning hing. Het was een onmogelijke opgave. Net toen ik wilde opstaan om haar te helpen, schoot een dame aan een buurtafeltje haar te hulp. Haar jas had ze in ieder geval aan. Nu moest er nog een laatste slok van de witte wijn genomen worden. Ze wist wat ze wilde maar haar hersens werkten zo langzaam dat het lichaam de boodschap laat doorkreeg.
HK keek gefascineerd naar de spastische man die was opgestaan en in de richting van de rijweg struikelde. Hij stopte bij een boom en leunde er met z´n rug tegenaan. HK zei paniekerig: ´Hij gaat oversteken, hij gaat oversteken. Of gaat hij tegen die boom pissen?´ ´Welnee, hij loopt naar de bushalte, in etappes.´ HK was opgelucht: ´Gelukkig, daar komt de bus.´
Het oude dametje hield het ook voor gezien en besloot het café in te lopen om te betalen. Uiterst traag manoevreerde ze tussen de tafeltjes, de ingewikkeldste route nemend. De cafe bezoekers keken ademloos toe. Ze slaagde erin over de drempel van het cafe te stappen en bleef toen zwaar beneveld bij de kassa wachten tot iemand haar kwam helpen.
HK en ik zijn allebei gevoelig voor de ellende van anderen. Noem het een Jezus-complex. In de Open Inrichting, zoals HK Amsterdam noemt, is het dweilen met de kraan open. Bovendien heb ik niet de illusie dat ik ook maar iemand zou kunnen helpen dus oogkleppen voordoen is de beste optie.

Een uurtje later zat ik in de tram, onder water, op weg naar mijn eiland waar je minder zielige gevallen ziet. 

Weer thuis
bij de zwarte luis

Geen opmerkingen:

Een reactie posten