maandag 26 juni 2017

Glastonbury



Meestal krijg ik het benauwd van een grote menigte. Bij het Glastonbury Festival heb ik dat helemaal niet. Het is net een groot feest met tienduizenden mensen die een gevoel van samenhorigheid uitstralen.

De Britten kennen geen ouwe lullen, wel levende legendes die ze eren. Jong en oud zingen alle teksten mee.
Bij het optreden van Barry Gibb gisteren, werd er een gouden discojasje naar hem toegegooid dat hij onmiddellijk aantrok.  Sommige toeschouwers droegen Barry Gibb maskers. Barry's zoon, een zwaar getatoueerde dertiger, speelde de leadgitaar en zong een nummer van zijn oom Robin.
Het dansje van security, de mensen die tussen het publiek en en het podium staan, tijdens Staying Alive was zo geestig. 



Toen kwam Niles Rodgers met Chic. Rodgers vertelde dat hij al een tijdje in Londen was. Toen hij die vreselijke brand zag in het flatgebouw, had hij zich gelijk als vrijwilliger aangemeld om overlevenden te helpen met basisbehoeften. Tien jaar geleden had de dokter kanker bij hem geconstateerd en gezegd: 'Het enige wat u kunt doen, mister Rodgers, is naar huis gaan en uw zaakjes in orde maken.' Hij deelde mee dat hij vandaag kankervrij was. Staande ovatie.



De drummer verraste ons met Let's Dance van David Bowie. En natuurlijk kwamen alle composities van Rodgers voorbij. Het intro van Get Lucky klonk als een gospel.

Tien jaar geleden vond ik het plezier van het Glastonbury Festival vanzelfsprekend. Gisteren dacht ik: 'Dit is dus alles dat IS-aanhangers haten en kapot willen maken. Zij zijn pas gelukkig als de muziek verstomt en het veld bezaaid is met lijken. Een handjevol vrouwen laten ze leven en wordt gebruikt als seksslaaf want daar doen die creeps wel aan. Zolang de dames zich kleden als zwarte spoken en achter dikke muren blijven.'
En die IS-sympathisanten wonen niet alleen in Groot-Brittannië maar ook in de rest van Europa. Onder ons.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten